Museum Droom en Geheugen

 

   

 

            

 

 

  

Museum Droom en Geheugen is een poëtisch museum (zie Woordenlijst poëet, poëtisch). Dat wil zeggen

het is een museum van maken (realiseren, scheppen, herscheppen), uitvinden en woordvinden.

 

Hebincks maken en uitvinden is nodig om onvoorziene problemen en vraagstukken tegemoet

te treden, bijvoorbeeld het probleem van het korrelbeeldkijken of het vraagstuk van het verstrijken

van de tijd.

 

Woordvinding voorziet in nodige woorden, museumwoorden met een werkzaamheid in en omtrent het museum.

Museumwoorden scheppen een omgeving, een bedding, een beduiding; mede daardoor worden

gemaakte, gevonden en uitgevonden dingen museumstukken.

 

 

Hier volgt een lijst van gebruikte en bruikbare woorden,

van benamingen en begrippen

en met, voor de liefhebbers,

hier en daar een plaatje;

 

 

                                               een idioticon van Museum Droom en Geheugen

  

                                                               _______________________

 

 

 

 

aandachtigheid -

(pagina: museum van dingen)

Ja, ja, het is bekend, de aandachtigheid weet

van afdachtigheid, en Tijdgeest, en vergetelheid...

- zie het vergeten

 

Amikejo -

- zie zelfbouwlandje

 

benaderingscoördinaten -

- zie coördinaten

 

blauwe jeugdbeweging -

Jongeren die zich organiseerden tegen drankmisbruik waren zogezegd ‘van de Blauwe Knoop’,

verwijzend naar het herkenningsteken van bestrijders van drankmisbruik. Begin twintigste eeuw

leverde drankmisbruik veel misère. De jongeren spraken zich ook uit tegen oorlog en bewapening.

De NBAS (spreek uit; Nbas), Ned. Bond Abstinent Studerenden, was een bond van kweekschool-

studenten, door de jongeren zelf * georganiseerd. Jongeren van deze bond stonden aan de wieg van

de jeugdherbergbeweging toen zij besloten een visserskotje in Petten om te vormen tot jeugdherberg.

- zie jeugdherbergbeweging en pagina afbeeldingen

* vallen daardoor onder de noemer vrije jeugdbeweging

 

bukken

bukken - 

Edo Hebinck beschrijft lichamelijke houdingen en bewegingen als vormen van lichamelijke inzet en van willen, zoals hier

het noodzakelijke en schier-eindeloze bukken van bukkers.

In de archieven en in het depot van Museum Droom en Geheugen bevinden zich nagelaten verzamelingen van vinders,

van hen die bukten, eindeloos vaak bukten om op te rapen, bij elkaar te brengen en te komen tot waarderen.

Bukkers zijn actief op uiteenlopende terreinen. Hebinck komt bukkende vinders tegen als plantenverzamelaars, werkend

aan hun herbarium, of als plantenzadenrapers en rapers van scherven en stenen en meer. Het Museum kent oogvondsten

en voetvonden van archeologisch-gedreven bukkers. Vinders kunnen bukken voor een zand- of stofopname, voor

diatomeeënaarde of terpaarde, of voor (hoe mooi, onder de mikroskoop en getekend in een proefschrift)

sphagnicole Rhizopoden…

De beweging van het bukken is, in Droom en Geheugenverband, te zien als 'n zeker vormgekregen willen.

- zie Depot Scherven en Brokstukken, herbarium, lichamelijke inzet, oogvondst, vinden, voetvond en Luik 1, 2, 4 en 38,

       de Vindtermen

• over noodzakelijk bukken:

   museumcontribuant L.van der Zee wist te vertellen van nog-te-gebruiken tabak uit gevonden peuken,

   met de benaming bukshag

 over de diepte van bukken:

   De Werkgroep Geologie van het Zeeuws Genootschap gaf, vanwege het 50-jarig jubileum, een strandfossielengids uit

   en meldt dat de gids gaat over fossielen 'die met het blote oog op het strand te vinden zijn, soms

   met wat dieper bukken'.

 

camera obscura

camera obscura -

Een camera obscura is een donker kamertje. Zo’n donker kamertje, voor het Museum gebouwd,

heeft een lens (graag een Tessar-lens van Carl Zeiss, Jena) en een matglas dat het omgevingsbeeld

opvangt. De museumkijktuigbouwer onderzoekt verschillende mogelijkheden van beeldopvang

en komt daarbij tot opvallende toepassingen, zoals het inzetten van papier of huisstof.

Door de verschillende ¹ bouwwijzen hebben de museumcamera obscuras allen een eigen functie.

Zo zijn er camera obscuras speciaal voor botanische waarnemingen, voor het oppervlakken-

onderzoek, het aanschouwlijk maken van scherptediepte of afstand en nabijheid.

Kenmerkend bij de camera obscuras is dat het beeld binnen het kamertje bekeken wordt.

Tegengesteld aan een donker kamertje is een helder kamertje, een camera lucida.

Voorbeelden van camera lucidas, zoals gebouwd door de museumkijktuigbouwer, zijn

de korrelbeeldkijkers, de traanbeeldkijkers of de dauwbeeldkijkers.

Het beeld in een donker kamertje heeft de donkerte nodig om gezien te kunnen worden.

Het beeld in een helder kamertje laat zich in het volle licht bekijken. Het beeld ² 

met name dat in water, is van een buitengewone helderheid en scherpte.

- zie korrelbeeldkijken, onvastgelegd beeld van onverleden licht en optisch lichaam

¹ de toegepast divergente bouwwijze, zie Toegepaste Divergentie

² het camera lucidabeeld is, net als een camera obscurabeeld, een onvastgelegd beeld van onverleden licht

 

coördinaten -

(Luik 27, de Vindtermen)

Een plek is objectief, kort en bondig, in de lengte en in de breedte, te benoemen met GPS-

coördinaten.

Het kan belangrijk zijn een onderzochte plek vast te leggen en de weg erheen te beschrijven;

de plek én de benadering van de plek. Het benaderen betrekt de omgeving bij de plek.

Zo een te benaderen plek zou een vindplek kunnen zijn,

een vindplek van mogelijk-bruikbaar zand, van een zandkorrel,

een ideale zandkorrel, inzetbaar in een korrelbeeldkijker (zie korrelbeeldkijken).

Het beschrijven van de omgeving, de weg en de plek, omwille van het bewaren (waarderen)

van het gevondene, vraagt woordvinding.

Onderzoeker Edo Hebinck zoekt een taal, een taal-van-onderweg-zijn, ergens heen,

en taal van onderweg-zijn-naar-een-plek, een taal voor het benaderen van een plek;

een taal van benaderingscoördinaten

GPS-coördinaten zijn objectief, benaderingscoördinaten zijn dat allerminst.

Benaderingscoördinaten beschrijven, beschrijven bij benadering, beschrijven het benaderen

en gaan ervanuit dat de gegevens die dat oplevert een houdbaarheid en mededeelzaamheid

hebben, in het archief en het veld.

- zie Onderzoek-in-Velden-of-Wegen

 

Depot Scherven en Brokstukken -

(Luik 38, de Vindtermen)

Bijelkaargebrachte bodemvondsten, voetvonden en oogvondsten.

Museum Droom en Geheugen ontfermt zich over schervenverzamelingen, scherven bij elkaar gebracht

door bukkende vinders, eindeloze keren hebben zij bij hun voeten iets, mogelijk onooglijks, opgeraapt

en aandacht gegeven.

Vaak is het nagelatene, dat wat de vinder bij elkaar gebracht heeft, uit elkaar gevallen en verspreid geraakt.

Vaak zijn gegevens, zoals de vindplaats, verloren gegaan.

Soms diende een volgende generatie als bewaarder, soms ook als aanvuller.

Depot Scherven en Brokstukken vertelt over fragmenteren, uiteenvallen. Het vertelt over bij elkaar brengen,

het vertelt over bij elkaar brengen en uiteenvallen. Het vertelt over het ontbrekende en het met verbeelding

deeltje zijn van een geheel * .

De museumafdeling waar het Depot aan verbonden is kent ook een archief met zogeheten platwerk,

onder andere bestaande uit foto's en geschriften, een archief dat ingezet wordt bij Hebincks studie-

tentoonstelling 'naar de hele kunst van het falen'.

- zie bukken, het fragment, oogvondst, studietentoonstelling, verloren gaan, voetvonden en Luik 38, de Vindtermen

* het niet-zonder-de-broodnodige-verbeelding-deeltje-zijn-van-één-geheel

 

droom

Droom -

             ‘Nu realiseer ik mij waarmee het ooit begonnen is.’

Onder het lemma herinneren en inneren wordt aangegeven dat de Droom, in het Museum,

verwijst naar de aanzet, het begin. Over het begin dat de aanzet geeft is veel te zeggen.

In het archief van Museum Droom en Geheugen bevinden zich vele getuigenissen (→ Geheugen

van de aanzet die realiseerders, vinders, makers hebben ervaren.

Soms kan Hebinck, als realiseerders mededeelzaam waren,

reconstructies maken van de weg die zij afgelegd hebben,

beginnend bij de aanzet * .

- zie herinneren en inneren

*  Zo schrijft Bram Middelhoek ergens (jubileumboek Thijsse 1949) dat hij als kind, van een argeloos familielid,

    het boekje In Sloot en Plas kreeg. Dit onderwerp maakte een fascinatie los.

    Het was het werk van Hoogenraad (diens proefschrift aangaande de spagnicole Rhizopoden)

    dat Middelhoek, jaren later, aanzette zich te buigen

    over mossen, en hun Rhizopoden-associaties.

  

het Esperanto en de reis maken -

Het archief van Museum Droom en Geheugen laat zien wat het Esperanto betekende voor globetrotters

en hoe het Esperanto globetrotters vormde.

- zie globetrotter

 

Esperanto en Volapük -

Martin Schleyer presenteerde in 1880 zijn hulptaal Volapük. Binnen korte tijd construeerde

hij zijn wereldhulptaal naar aanleiding van een droom.

Er werd al lang ‘gezocht’ naar een kunsttaal. Volapük was de eerste hulp- of kunsttaal met

succes.

Een kunsttaal kan gemaakt worden uit bestaande taalkundige onderdelen zoals woord- 

stammen. Esperanto werd gevormd door woordstammen samen te voegen en vóór- en

achtervoegsels aan te brengen. Lejzer Zamenhof presenteerde Esperanto in 1887 als

de neutrale hulptaal die een einde moest maken aan rassenhaat en vijandschap tussen

de volkeren. De stamwoorden van het Esperanto vormde Zamenhof uit het Latijn en

germaanse en slavische talen. Omwille van de neutraliteit moest geen van de taalgroepen

overheersen. Esperanto had een goede bruikbaarheid en liet zich aanpassen aan de eisen

van de gebruikers. Zamenhof zag zich als de initiatiefnemer van Esperanto en stimuleerde

de doorontwikkeling van de hulptaal. Die houding bleek succesvol. Schleyer echter zag

Volapük als zijn eigendom wat maakte dat hoognodige praktische aanpassingen niet

gedaan werden. Esperanto verdrong Volapük. Volapüksprekers, hele Volapükclubs

gingen over op Esperanto.

Waldemar Rosenberger herschiep * Volapük tot Idiom Neutral en sloeg daarmee, volgens

sommigen, een brug tussen Volapük en Esperanto. Idiom Neutral werd de bekendste

van de zo genoemde Volapükiden; kunsttalen, zoals Veltparl, Spokil en Dilpok, voort-

bouwend op Volapük.

* de Internationale Wereldtaal Akademie ontwikkelde de nieuwe kunsttaal onder leiding van Rosenberger van 1893 tot 1898

 

het falen -

(Luik 38, de Vindtermen)

Museum Droom en Geheugen schildert 'n wereld van ’t realiseren

Echter, 'n wereld van ’t realiseren raakt onvermijdelijk en vroeg of laat 'n wereld van ’t falen ¹.

In het tot-stand-brengen is het falen nooit ver weg.

Echter, volgens schrijvend beschouwer ² Edo Hebinck is het mogelijk het onontkoombare falen mee te nemen

in werken en verbeelding (zie verbeelding). Een zeker falen, en een falen dat niet het laatste woord heeft,

kan ongekende mogelijkheden bieden.

¹ de Grote Mensenwereld van het falen

² de geschreven beschouwing met de titel - naar de hele kunst van het falen -

 

de fiets -

In de ogen van het Museum is de fiets het ideale werktuig; de uitgebreide lichamelijkheid bij uitstek

(zie de menselijke maat en het werktuig) ! Een fiets laat zich gewillig, ja met graagte, tot belleblaas-

machine of windorgel herscheppen, zoals te zien in het Museum voor Toegepaste Divergentie.

Museum Droom en Geheugen kent vele fietsverhalen en belicht onder meer de rol die de fiets speelde

in de jeugdbeweging en de jeugdherbergbeweging.

- zie pagina afbeeldingen 

 

filosofische instrumenten -

Benaming uit de 17e en 18e eeuw voor natuurkundige instrumenten die verschijnselen zichtbaar maken

en principes verduidelijken.

De museumwerktuigbouwer levert filosofische instrumenten voor de poëtisch-educatieve projecten

van het Museum Droom en Geheugen. Deze filosofische werktuigen werken beschouwend,

beschouwen (genegeerde) omgevingsverschijnselen. Het is kenmerkend voor 't Museum

dat zo'n museumwerktuig ook een talige werkzaamheid kent.

- zie Omgevingswerk, poëtisch natuuronderzoek

 

fotografie -

Het fotoarchief heeft een prominente plaats in het Museum Droom en Geheugen.

Foto’s uit het archief voeden zowel de Droom als het Geheugen.

Edo Hebinck, als tentoonstellingssamensteller, zet foto’s in als voorwerpen

in voorwerpelijke vertellingen (zie voorwerpelijke vertelling).       

Fotoverzamelaar Heiner spreekt van de foto als ‘eine Art Folie, undurch-

dringlich für die Frage nach Lebensnähe’,

met andere woorden; 

                                                                  de foto als

                                                                  bewarend oppervlak,

                                                                  stil, sluitend laagje,

                                                                  ondoordringbaar voor

                                                                  de vraag naar leven

                                                                  en nabijheid

 

* de analoge foto,

    uiteraard

 

het fragment -

Museum Droom en Geheugen toont fragmenten, brengt fragmenten bij elkaar. Het fragment,

het museumstuk als menselijk kleinood. Het museumstuk als overgebleven-deeltje-van-leven.

 

                                                                  wat overblijft

                                                                  van het vergeten

                                                                  is een moment

                                                                  het weten

                                                                  of het fragment

 

geschiedenissen-van-de-wil -

Deze geschiedenissen laten zien dat het willen een constante is in de maakgeschiedenissen zoals 

door het Museum bijelkaargebracht; de geschiedenissen van maken, realiseren (te-binnen-brengen en 

tot-stand-brengen), scheppen en herscheppen.

Willen, maken, realiseren, scheppen en herscheppen; de werkwoorden van Museum Droom en Geheugen.

Het zijn de historische voorwerpen in het archief en in het depot van Museum Droom en Geheugen

die de geschiedenissen-van-de-wil (kunnen) vertellen. Een prominente plek in het museumarchief

en -depot krijgen die geschiedenissen-van-de-wil die door hun stilheid en de lawaaierige Gang der Mensen-

geschiedenis verloren zouden gaan en ongezien blijven.  

In het Museum staan de geschiedenissen-van-de-wil in het middelpunt,

maar geheel volgens de logica van Droom en Geheugen

niet zonder aandacht voor falen en verloren gaan.

- zie het falen, lichamelijke inzet, realiseren, verloren gaan en werkwoorden

enkele voorbeelden van willen:

   Facteur Cheval, de postbode van Hautrives, bouwde in 33 jaar zijn Palais Idèal van scherven en brokstukken,

   door hem droommateriaal genoemd en gevonden op zijn postrondes. Hij wilde laten zien wat je met wilskracht

  en 93.000 uren in 10.000 dagen kunt bereiken. 

   Simon Rodia wilde iets groots realiseren en deed het ook. Hij bouwde zijn torens, die hij bekleedde met scherven, 

   tussen 1921 en 1954. Onbegrip en getreiter deed Rodia vertrekken uit zijn Nuestro Pueblo.

  Als voorbeelden zijn verder te noemen Don Justo en zijn levensgrote kathedraal en Ra Paulette in zijn zelfgegraven grotten.     

                                           

globetrotter -

Rond 1900 begon het verschijnsel wereldreiziger of globetrotter op te komen. Mensen ontdekten

dat er buiten hun woonplaats een wereld open lag en trokken er op uit. Dat ging te voet, met

zelfgemaakte vehikels, met de fiets of gemotoriseerd.

Globetrotters voorzagen in hun levensonderhoud door het, tegen vergoeding, aanbieden van hun

fotoportretje. Sommigen probeerden zich te onderscheiden van hun medewereldreizigers door te

beweren de kleinste mens op aarde te zijn of een record te vestigen.

Het Museum kent een bonte collectie geschriften, krantenartikelen, boeken en kaarten van en over

globetrotters, waarin overigens de fiets en het Esperanto steeds weer opduiken. Elke globetrotter-

kaart of -boekje vormt een menselijk kleinood. Vaak tegen de achtergrond van de wereldgeschiedenis.

- zie pagina afbeeldingen 

 

handschriftelijkheid -

Voor het Museum is handschriftelijkheid een teken van leven,

handschriftelijkheid getuigt van een reëel bestaan *.

Volgens de opvatting van het Museum Droom en Geheugen

wordt het handschriftelijke niet alleen gevonden in de penvoering,

in een manuscript. Handschriftelijkheid, de persoonlijke handinzet,

laat zich steeds daar kennen waar handen werking achterlaten

bijvoorbeeld in de manier waarop een herbarium is vormgegeven

of een voorwerp is gesleten door gebruik.

* tastbaar bericht-van-leven,

   van het niet-virtuele of niet-

   enkel-denkbeeldige bestaan

 

herbarium -

Een herbarium maken is veel werk,

daarbij komt veel kijken.

Rond het herbarium spelen

willen, maken, bukken, vinden...

- zie bukken, geschiedenissen-van-de-wil, het herbarium en de natuurdruk, vinden en pagina afbeeldingen 

 

herbarium

het herbarium en de natuurdruk -

Museum Droom en Geheugen beheert een herbariacollectie; een collectie van geperste, gedroogde

plantenverzamelingen. Voor makers kan het werken aan de plantenverzameling een levenswerk zijn.

In het beginnen en bijhouden van een herbarium spelen willen en maken een rol (zie geschiedenissen-van-de-wil).

Herbaria hebben handschriftelijke kwaliteiten en handschriftelijkheid is voor het Museum een belangrijk gegeven,

het geeft immers 'n bericht van een reëel bestaan (zie handschriftelijkheid).

Opmerkelijk is de overgang van het herbarium naar de fotografie. Die overgang wordt gemarkeerd door

de natuurdruk. Er zijn binnen de natuurdruk vele werkwijzen. Eén daarvan is die waarbij een plant op  

lichtgevoelig papier aan het buitenlicht, het zonlicht blootgesteld wordt. Hiervan heeft het museum enkele

voorbeelden in de collectie (zoals het cyanotype hierboven).

 

herinneren en inneren -

Herinneren betekent opnieuw-te-binnen-brengen.

Opnieuw, zoals aangegeven door het voorvoegsel her.

Aan her-inneren gaat inneren vooraf.

Inneren met de betekenis van te-binnen-brengen, realiseren, teweegbrengen,

aanzet geven, duurzame indruk maken.

Inneren en herinneren spelen hun rol in Museum Droom en Geheugen;

              Droom en Geheugen als Innering en Herinnering.

 

Monnik en architect Dom Hans van der Laan (1904-1991) en kunstschilder Hermanus

Berserik (1921-2002) geven voorbeelden van innering, van de duurzame indruk (-making).

 

Dom Hans van der Laan schrijft in het voorwoord van zijn gestencild reisverslag;

‘De veelvuldige en diepe diepe indrukken van mijn reis naar Rome en mijn verblijf in de      

 Eeuwige Stad zijn voor mij bestendig en tot een helder bezit geworden, nu ik heb getracht

 ze gestalte te geven in woorden die den lezer moeten doen inzien wat deze tocht voor mij

 duurzaam zal betekenen’.

 ‘Rome XXVI Februari  -  XV Maart  CMLV’,  Dom Hans van der Laan,  eigen beheer,  1955,  1e  druk,  71 pag.

 

Hermanus Berserik loopt, met journalist Frans Duister, langs de straat waar hij opgroeide

en zegt;

‘In deze straat daar heb ik vanuit een dakraampje de Zeppelin boven de stad gezien.

 Dat ding komt nog al eens voor in mijn werk’.

 ‘Hermanus Berserik zag de Zeppelin boven Den Haag‘,  De Tijd,  11 juni 1976

 

hulptaal -

- zie Esperanto en Volapük

 

inneren, innering -

- zie herinneren en inneren

 

jeugdherberg

jeugdherbergbeweging -                                                                                                              

Richard Schirrmann schreef in 1913 in zijn brochure * ‘Verzeichnis der Jugendherberge’ dat

de Arnhemse padvinders aan de Walburgstraat een clubhuis hebben dat zij voor overnachting

beschikbaar stellen. Ook meldt hij dat de grotere Nederlandse steden eenvoudige en schone

Volkskosthuizen hebben. Daar kan de wandelaar terecht voor een maal en een bed.

Schoolmeester Schirrmann was ooit begonnen om met zijn schoolklassen meerdaagse trek-

tochten te maken. Overnachtte dan in verenigingsgebouwen, gymnastieklokalen of scholen.

Schirrmann realiseerde in 1909 de eerste jeugdherberg ter wereld in Burcht Altena.

Nederlandse wandelaars leerden in Duitsland de jeugdherbergen en meester Schirrmann kennen.

Meneer van Twisk deed daar inspiratie op, verbouwde zijn woonhuis tot jeugdherberg en bouwde

de eerste Nederlandse, als zodanig gebouwde, jeugdherberg; ‘de Weideheuvel’. Een groep studenten

uit de vrije jeugdbeweging wilden ook in Nederland het trekken door het land mogelijk maken. Om te

beginnen maakten zij een visserskotje tot jeugdherberg; de Zevensprong werd de eerste Nederlandse

jeugdherberg.

- zie blauwe jeugdbeweging en pagina afbeeldingen

* coll. Nalaatselen en Overblijfselen, Museum Droom en Geheugen

 

kijktuigen

kijktuigen -

Kijktuigen zijn instrumenten, werkzaam voor het oog en dienstbaar aan het kijken,

aan het zien en aan het te-binnen-brengen (zie realiseren).

Kijktuigen worden ingezet bij de poëtische educatie van het Museum Droom en Geheugen en

doen dienst bij het onderzoek naar aspecten van kijken.

Kijktuigen tonen dat de hand een bijdrage kan leveren aan het kijken;

                                             - de hand en het kijktuig richten zich tot het vlietend oog - 

Voorbeelden van deze kijktuigen, de hand-kijktuigen, zijn de korrelbeeldkijkers, de traanbeeld- en dauwbeeldkijkers en

de botanisch kijktuigen van Museum Droom en Geheugen. 

Ook de camera obscuras uit het Museum zijn kijktuigen. Sommigen vallen onder de categorie van de hand-kijktuigen.

- zie pagina afbeeldingen, microscopen

 

korrelbeeldkijken -

Uit onderzoekingen van Edo Hebinck blijkt dat het mogelijk is mikroskopisch ín een korrel zand te kijken *;

korrelbeeldkijken is, middels een korrelbeeldkijker, in een daartoe-geschikte zandkorrel kijken.

Een, volgens het vindtermenlijstje, geschikte zandkorrel zal beschikken over een optisch lichaam, dat maakt dat de korrel

een korrelbeeld geeft. Het korrelbeeld zal bestaan uit een mikroskopisch beeld van het achterliggende, met het-onderste-boven.

Het achterliggende landschap, de achtergrond zal zichtbaar zijn ín de zandkorrel.

- zie Onderzoek-in-Velden-of-Wegen, optisch lichaam, de Vindtermen en de vindtermen,

       zand, zandkorrel en pagina afbeeldingen, microscopen

* niet zozeer náár, maar meer ín

    een korrel zand kijken

 

kunsttaal -

- zie Esperanto en Volapük

 

kunstvliegen -

- zie het oervliegen

  

kunstwoorden -

Woorden uit een bepaald deelgebied, uit een woordenschat. Bijvoorbeeld uit dat van de plantkunde of de boekbinderij.

 

levensbericht -

In het Museum Droom en Geheugen laat leven sporen na,

het geeft een bericht van zich, leven doet dat blijkbaar

bij voorkeur en noodzakelijkerwijs fragmentarisch.

De museum- en archiefstukken berichten van leven, ieder

op eigen wijze.

Museumstukken kunnen getuigen van leven en waarnemen,

zoals het proefschrift van Henriette Koning, zij onderzocht

het winden van ranken.

Archiefstukken kunnen vertellen over leven, aan de andere kant,

in een hol. Zo vertellen zij over Greetje Blankers,

laatste holbewoonster, aan de overkant van de Maas of Jan de Sloffe,

die een hol bewoonde aan gene zijde van de IJssel (zo zegt men).

Onder het lemma handschriftelijkheid is te lezen dat het Museum

ook gebruikssporen ziet als levensbericht; de duimafdruk in

het handvat van de smidse-blaasbalg (ingezet in een museum-

installatie) of het stukgelezen toneelmanuscript van Verél.

- zie het fragment, handschriftelijkheid, een sprake en volledigheid

 

lezen -

' Het is lezen,

  lezen en nog eens lezen... '

Dingen, museumdingen en oppervlakken ¹ laten zich lezen, in hun materialiteit.

En lezen als oogsten,

lezen als binnen-brengen, opnemen, waarnemen, meenemen.

De lezende neemt het te-binnen-gebrachte op en mee, brengt het gelezene mee en verder;

de lezende bouwt zo herinnering op ².

Een museuminstallatie, samenstel van museumdingen, laat zich lezen;

de museum-uiteenzetting volgend zal de beschouwer steeds weer iets 

toevoegen aan de lopende beschouwing.

 

                                                                  lezen, lopenderwijs,

                                                                  mogelijk best-traag

                                                                  en af en toe

                                                                  kerend

                                                                  op schreden

 

- zie museuminstallatie

 ¹  beschreven in het lopend Oppervlakken-onderzoek van Museum Droom en Geheugen

 ²  Marcel Proust spreekt, in dit verband, van 'de poëzie der herinnering'

 

lichamelijke inzet -

Museum Droom en Geheugen is te omschrijven als ’n museum van 't realiseren, van het te-binnen- en tot-stand-brengen.

Te-binnen- en tot-stand-brengen vraagt inzet, lichamelijke inzet.  Hebinck onderzoekt aspecten en resultaten van lichamelijke inzet.

Hij neemt houdingen en bewegingen waar en doet zijn filosofisch instrumenten houdingen en bewegingen benoemen en articuleren.

Hij beschrijft een lichamelijke houding als 'n vorm-van-inzet en een beweging als 'n kleine geschiedenis-van-de-wil.

 

                                                                  Een mens ten voeten uit neemt waar op ooghoogte. De ogen,

                                                                  zij reiken ver, te ver...

                                                                  Misschien hebben de handen de mogelijkheid de dingen

                                                                  te bereiken, misschien de voeten...

                                                                  Mogelijk vraagt waarneming of het verlangen

                                                                  een bestemmen of veranderen

                                                                  van afstand *,

                                                                  van houding en hoogte en richting,

                                                                  van de blik

                                                                  en richting

                                                                  van de blik.

 

- zie bukken, filosofische instrumenten, geschiedenissen-van-de-wil, onderricht, onderrichting en realiseren

* af-stand

 

de menselijke maat en het werktuig -

Het werktuig (en daarmee het mechanische) speelt een hoofdrol in het Museum voor Toegepaste Divergentie.

Een werktuig biedt een lichamelijke uitbreiding. Kwee Swan Liat * spreekt bij een werktuig van

‘een uitgebreide lichamelijkheid’.

De menselijke maat is leidend bij het bouwen van de werktuigen. Zij zullen immers de gebruikers

een lichamelijke uitbreiding geven; een uitbreiding van mogelijkheden, een uitbreiding van

impressie- of expressiemogelijkheden. Misschien wel een gedroomde (of dromende) uitbreiding.

* ‘Denken met de rechter hand’ 1965, boekerij Museum Droom en Geheugen

 

dr.Molly -

Wilhelm Molly was een enthousiast esperantist en landjebouwer. Hij heeft de oprichting van zelfbouw-

landje Amikejo meegemaakt (zie zelfbouwlandje).

Meer weten over dr.Molly, Amikejo, hoe het zo gekomen is en hoe het afliep ? Bezoek dan het Göhltal

museum, Maxstraße 9 in Neu-Moresnet

 

museuminstallatie -

Een museuminstallatie van Museum Droom en Geheugen bestaat uit kunstwerken (werktuigen)

en historische museumstukken die in een tentoonstelling met elkaar in verband gebracht worden en

een samenspraak teweegbrengen (zie samenspraak).

Bij de samenstelling van een museuminstallatie is er speelruimte; een museuminstallatie zou ook anders

samengesteld kunnen worden. Dat zou leiden tot een andere vorm van samenspraak.

Een museuminstallatie is een uiteenzetting met 'n samenhang, weergegeven in een titel (zie pagina

museum van dingen). Een museuminstallatie is als een ruimtelijk, voorwerpelijk leesstuk (zie lezen).

 

Nalaatselen -

(Luik 32, de Vindtermen (coll. Nalaatselen en Overblijfselen)

Een Nalaatsel is een nagelaten voorwerp, bewaard gebleven met een naam.

 

natuurdruk -

- zie het herbarium en de natuurdruk

 

natuureducatie -

De natuureducatie van Museum Droom en Geheugen brengt verschijnselen uit

de natuurlijke omgeving onder de aandacht. Het Museum schenkt aandacht aan en

vestigt aandacht op de natuurlijke omgeving; natuureducatie als omgevingsvorming.

De natuureducatie van het Museum is een weerslag van haar natuuronderzoek en

wordt aangeduid als poëtische natuureducatie, het Museum benaderd de omgeving

immers makenderwijs.

Het Museum laat, vanuit historische, wetenschappelijke en kunstzinnige invalshoek,

iets zien van het omgaan van mensen (makers, vinders, vormenden, spelenden, poëten)

met de natuurlijke omgeving.          

- zie Omgevingswerk, poëtisch natuuronderzoek

 

natuuronderzoek -

- zie poëtisch natuuronderzoek

 

oervliegen

het oervliegen -

Titel van de museumcollectie over het vliegen in de beginjaren van de luchtvaart,

toen de menselijke vliegpoging nog kunstvliegen werd genoemd. De prille lucht-

vaart vormt voor Museum Droom en Geheugen een ultiem makersgebied,

immers;                                                                   

                                                                   kunstvliegen is onmogelijk

                                                                   zonder verbeelding en enig idee *

* Er is veel onmogelijk

    zonder verbeelding en enig idee.

    Prof. Steinmetz zou zeggen; 'beter een gek idee dan geen idee'.

  De foto op de home-pagina toont de Rijswijkse fietsenmakers van Jense met hun vliegtuig; zij, 

    zij hadden een idee.

   Bijzonder, in die beginjaren, is het verband tussen het wielrijden en de luchtvaart.

    Wielrijders wisten; hardrijden is nagenoeg vliegen.

 

Omgevingswerk -

Museumstukken in dit Museumgebied-van-aandacht maken werk van de natuurlijke omgeving.

Het gaat hier om bijvoorbeeld filosofische instrumenten, herbaria en proefschriften (zie proefschriften)

maar ook de, te gekke, natuurhistorische wandelkaart van meester Bos, uit 1891

(van commentaar voorzien en gaandeweg aan flarden gelezen). 

 

onderricht, onderrichting, onderrichten -

volgens Museum Droom en Geheugen:

Onder-richting doet afwijken,

van een geijkte blikrichting,

van de geijkte, 'volwassen'

ooghoogte. 

 

Onderzoek-in-Velden-of-Wegen -

(Luik 27, de Vindtermen)

In haar poëtisch-educatieve tentoonstellingen doet Museum Droom en Geheugen verslag

van het onderzoek naar water, wind, licht, zwaartekracht, zaden en zand.

Het project Onderzoek-in-Velden-of-Wegen doet, onder andere, onderzoek naar zand en

omgeving.

Het blijkt dat een zandkorrel een optisch lichaam kan hebben. Een zandkorrel, die voldoet

aan de vindtermen, zal bruikbaar zijn in een korrelbeeldkijker. Het kijktuig toont dat deze

ideale zandkorrel een mikroskopisch en omgekeerd beeld van de achterliggende omgeving,

de achtergrond opvangt.

Het project heeft tot nog toe verschillende catagoriën onderzoeksinstrumenten en een foto-

en geschriftenarchief voortgebracht, en het heeft een aanzet gegeven tot de ontwikkeling

van een taal van zogenoemde benaderingscoördinaten; om de vindplek (zie uitvinden) en

de benadering van de plek te kunnen beschrijven (zie coördinaten). 

Tussentijdse resultaten werden en worden gepresenteerd in de verschillende edities van

de museuminstallatie - Ergens, een plek - .

Zoals vaker in het Museum heeft ook het project Onderzoek-in-Velden-of-Wegen raakvlakken

met nevenliggende onderzoeks- en aandachtsgebieden. Dit project raakt onderzoekingen als  

klank van de beweeggrond en voetsporen, gesleten paadjes. 

- zie korrelbeeldkijken, de Vindtermen en de vindtermen

te zien in de, door Museum Droom en Geheugen in samenwerking met das Deutsche Staubarchiv 

     georganiseerde, internationaal-reizende tentoonstellingsserie - Ergens, een plek - (2015-...),

     met daarin museuminstallaties van Museum Droom en Geheugen en werk van kunstenaars

     uit binnen- en buitenland

 

onvastgelegd beeld van onverleden licht -

Een beeld zoals een camera obscura dat geeft, is een niet-vastgelegd beeld,

in een museumcamera obscura is dat, meer nog, een onvastgelegd beeld. Het is

een beeld van het licht op dit moment; een beeld van onverleden licht.

Een vastgelegd beeld is een beeld van verleden licht * .

Dit is een beeld dat je mee neemt (mee kunt nemen) ergens anders heen.

Een onvastgelegd beeld van onverleden licht is een beeld van déze plek,

een beeld van hier !

Beelden als deze zijn te zien in de museuminstallatie 'Ergens, een plek'  en in

de museuminstallatie  'vast- en onvastgelegd, verleden en onverleden licht'.

- zie camera obscura

*  in het woordgebruik van het Museum; een analoog, fotografisch beeld,

     vastgelegd op papier, metaal of glas

 

onvergetelijke aan- en inzettingen -

(pagina: museum van dingen)

Door het Museum gevonden voorwerpen van en over mensen met hun geschiedenissen van aandrijving,

in-beweging-komen, willen en werk-maken.

- zie geschiedenissen-van-de-wil en werk-maken

 

oogvondst

oogvondst -

Vondst, bodemvondst vermoed of waargenomen door de ogen.

 Dit in tegenstelling tot een bodemvondst gedaan met de oren,

   met een metaaldetector.

Hierboven, oogvondsten gedaan in de Sahara;

   kralen 3000 jaar geleden vervaardigd door vaardige handen.

 

optisch lichaam -

Een waterdruppel hangend aan een blad vormt een bolle (positieve) lens. De achterliggende omgeving

is daarin, op de kop, waar te nemen; een waterdruppel heeft een optisch lichaam.

Met een druppelbeeldkijker is het mogelijk een geschikte druppel water te maken en daarin

te kijken. Een ronde druppel blijkt optisch het meest ideaal. Een druppel die groeit en langer wordt,

de kenmerkende druppelvorm aanneemt, zal daarmee zij optisch-ideale vorm verliezen.

Het Museum presenteert kijktuigen die laten zien dat ook zandkorrels een optisch lichaam

kunnen hebben.

- zie korrelbeeldkijken en Onderzoek-in-Velden-of-Wegen

 

Overblijfselen -

(Luik 32, de Vindtermen (coll. Nalaatselen en Overblijfselen)

Een Overblijfsel is een naamloos overgeleverd voorwerp. Een Overblijfsel kan een restant zijn

van een groter geheel, een restant van een leven.

 

poëet, poëtisch -

Het latijnse woord pŏēta betekent in de eerste plaats maker (schepper) en uitvinder en

in de tweede plaats dichter. In het woordgebruik  van Museum Droom en Geheugen

kan een poëet een tot-stand-brenger, een uitvinder, een vinder, een woordvinder zijn.

En heeft poëtisch betrekking op maken, scheppen, uitvinden en woordvinden

(zie uitvinden).

 

poëtische educatie, poëtisch educatief -

Educatie als vorming. Vorming, volgens Museum Droom en Geheugen, als vindings-

en scheppingsproces. Zie verder poëtisch natuuronderzoek.

 

poëtisch natuuronderzoek -

Museum Droom en Geheugen doet natuuronderzoek. Zij presenteert de uitkomsten van haar onderzoekingen als natuureducatie,

poëtische educatie. Poëtische educatie laat zien hoe onderzoeksresultaten uitvindend en makend (zie poëet, poëtisch) bereikt werden ¹

en schept ruimte voor vinding, waarneming en ontdekking. Het Museum ziet waarnemen als een vinden, bevragen en benoemen.

In de denk- en benaderingswijze van het Museum is waarnemen verbonden met uitvinden en maken en is waarnemen goed in te oefenen

in het nabije ². De werktuigen die uitgevonden en gemaakt worden, zullen dienstbaar zijn aan het waarnemen van de natuurlijke,

directe omgeving.

- zie filosofische instrumenten, Onderzoek-in-Velden-of-Wegen, natuureducatie, poëet, poëtisch en poëtische educatie

¹  zoals de onderzoeksinstrumenten uit het Museum voor Toegepaste Divergentie tonen

²  't vaak-en-on-geziene

 

proefschriften -

Museum Droom en Geheugen kent een proefschriftenarchief.

De schrijfsters en schrijvers van deze proefschriften geven blijk van een fascinatie,

in een onderwerp. Zij beschrijven de aanzet (zie Droom),

zij beschrijven hoe en door wie zij aan hun (levenslang) aandachtsgebied gekomen zijn. 

 

 

realiseren -

                                    Museum Droom en Geheugen; 'n museum van 'Aha...!'

                                    blik en ogenblik van verwondering

                                    en innering...

 

Museum Droom en Geheugen is te omschrijven als een museum van realiseren, maken en brengen.

Het is een museum van te-binnen-brengen en van tot-stand-brengen.

Museum Droom en Geheugen brengt, middels bijelkaargebrachte museumobjecten

van en over niet-beroemde mensen, opmerkelijke geschiedenissen van tot-stand-brengen

maakgeschiedenissen, geschiedenissen van werk-maken.

Het Museum brengt, middels onderzoeksinstrumenten, bekende en weinig-gekende natuurverschijnselen

onder de aandacht; de kijk- en werktuigen brengen te-binnen.

- zie geschiedenissen-van-de-wil, inneren, innering, kijktuigen, werk-maken, werkwoorden en pagina het begin maken, noot 2  

  

reiziger -  

In het woordgebruik van Museum Droom en Geheugen is een reiziger

een reis-maker.            

                                      

samenspraak -

Dialoog tussen museumstukken in een museuminstallatie.

- zie museuminstallatie, Toegepaste Divergentie, verschilligheid

 

een sprake, sprake van -

Een sprake, een mare.

In het archief en het depot worden soms, bij museumobjecten, opgetekende uitspraken bewaart.

Mensen kunnen bij de dingen, die opgenomen zullen worden in Museum Droom en Geheugen, mededelingen

gedaan hebben. Bij het levensbericht blijft bewaard wat mensen erover of erbij wisten te vertellen; waarvan zij spraken

Zoals bij Jan de Sloffe en z'n foto. Er is sprake van dat hij (bij Hattem, of Heerde ?) in een hol, in het bos leefde. 

Zo kan een Nalaatsel of Overblijfsel bewaardgebleven zijn met een vertelling, die echter als een afgescheurde,

bewaarde flard kan zijn; 'n uitgesproken fragment. 

 

Speelmanswerk -

Benaming van één van de onderwerpen die Museum Droom en Geheugen uitwerkt

in een museuminstallatie. De installatie bestaat uit speeltuigen en een presentatie van

de globetrotter- en speelliedencollectie.

 

studietentoonstelling

studietentoonstelling -

Sommige onderwerpen-van-onderzoek presenteert Hebinck als studietentoonstelling,

waarbij vormen van denken * uiteen-gezet worden. Het is eigen aan zo'n uiteenzetting (exposé)

dat zij doorlopend in staat van wording is, waardoor een studietentoonstelling tussentijds plaatsvindt.

Voorbeelden van deze provisionele tentoonstellingen zijn  'een voorlopige historie van het voetspoor'

en  'naar de hele kunst van het falen'.

*  vormgekregen denken, voorwerpelijk denken...

 hierboven: de stukgelopen kaart van Michel Borman uit 1846

     uit het voetspoorarchief

 

Toegepaste Divergentie -

Toegepaste Divergentie voorgesteld als natuurlijk en als mentaal fenomeen.

Toegepaste Divergentie als scheppend denk- en werkproces, leidend tot

veelvormigheid, uitgebreidheid en vormen van samenspraak.

Zoals hierboven gezegd is Hebincks maken en uitvinden nodig om onvoorziene vraagstukken op te lossen.

De Toegepaste Divergentie geeft echter geen definitief antwoord op vraagstellingen. Elke volgende

(niet-definitieve) uitvoering van een microscoop, een camera obscura of een belleblaasmachine vormt

niet zo zeer de beantwoording van een vraag maar meer een waardering voor de vraag en haar reikwijdte;

het werktuig als vorm van waardering.

De toegepast divergente denk- en werkwijze is gebaseerd op waarnemen en onderzoeken,

bevragen en benoemen en het maken van altijd-nieuwe, herscheppende verbindingen.

De toegepast divergente tentoonstellingswijze zet voorstellingen-van-de-geest uiteen,

brengt voorstellingen-van-de-geest bijelkaar. Het nodigt uit analogieën en verschilligheid *,

verbindingen en overgangen te ontdekken en te komen tot een dagen of vermoeden.

De werktuigen en onderzoeksinstrumenten, door Hebinck gebouwd volgens het beginsel

van de Toegepaste Divergentie, zijn samengebracht in het Museum voor Toegepaste Divergentie,

hetwelk een onderdeel vormt van Museum Droom en Geheugen (zie pagina museum van dingen).

- zie verschilligheid

* en daarmee 't bekende en 't onbekende

 

de tussentijd, in de tussentijd, tussentijdsheid

 

                                                                 hier, doorheen

                                                                 de gegeven tijd,

                                                                 daar speelt het 

  de tijd, die in stippen

 

uitgebreide lichamelijkheid -

- zie de menselijke maat en het werktuig                                            

 

uitvinden -

Uitvinden is vinden, de plek vinden, de plek kennen waar iets zich bevindt * (zie Onderzoek-in-Velden-of-Wegen).

En uitvinden kan antwoord-geven op een vraagstuk. Uitvinden is uitdenken, is uitwérken hoe iets

(iets nieuws, iets nog-ongekends) gemaakt kan worden.

* de vindplek

 

vanitasmotief -

Onderwerp van een kunstwerk dat, middels beeldspraak, wijst op de vergankelijkheid

van leven en schoonheid. In Luik 10 en 12 van de Vindtermen komt dit motief voor

als ademhalen en belleblazen.

 

verbeelding -

Verbeelding benut vrije ruimte,

aan-de-verbeelding-overgelaten.

Verbeelding kan gevonden worden

in overgelaten, vrij-gelaten,

in niet-dichtgetimmerde ruimte.

Verbeelding drijft goed

op een tekort, 'n gebrek,

op het niet-aanwezige...

    

verbeeldingskracht -

Museum Droom en Geheugen komt (in haar archieven en tentoonstellingen) tot het omschrijven

van verbeeldingskracht als zich het nog-niet aanwezige voor kunnen stellen.

Volgens Hebinck kan het niet-aanwezige, het nog-niet-aanwezige, het met-denkkracht-komende zijn. 

Verbeeldingskracht als 'n denken dat (een) ruimte schept, en ziet wat (daar) kan zijn...

Verbeeldingskracht maakt ruimte en maakt mogelijk

onmogelijke verbindingen te maken, maakt iets dat

ogenschijnlijk 'onwaarschijnlijk' genoemd kan worden

mogelijk.

 

het vergeten -

Hebincks Museum Droom en Geheugen ontwaart een geneigdheid tot vergeten, verloren laten-gaan,

verloren doen-gaan (zie het fragment, verloren gaan, volledigheid en Luik 32, de Vindtermen).

De museumstukken afkomstig van niet-beroemde mensen kunnen getuigen van vervliegen, van

                                            de lichtheid en allichtheid van het vergeten.

 

een verlatenschap -

Museum Droom en Geheugen kent de collectie Nalaatselen en Overblijfselen.

Af en toe wordt in deze collectie iets opgenomen dat verlaten, vergeten en achtergebleven is.

 naar de juridische term Verlaßenschaft

 

verloren gaan, verloren laten-gaan -

- zie het vergeten, volledigheid en Luik 32, de Vindtermen

 

                                                                    - vervliegen -

                                                                  de vederlichtheid

                                                                  van aan-vangen,

                                                                  be-grijpen,

                                                                  ont-houden... *

 

* vangen, grijpen, houden en die andere werkwoorden

   waarmee een betrokken-zijn aangegeven wordt.

   Niet voor niets zijn in deze woorden handen doende.

    

vermaken, vermaking -

volgens Museum Droom en Geheugen

Vermaak * zet op een ander been;

vermaak doet van houding, instelling of blikrichting veranderen.

Vermaking vervangt iets, voegt iets nieuws toe, breidt iets uit.

Vermaking herstelt en herschept.

Het (tot-stand-) brengen van vermaking is één van de doelstellingen van

Museum Droom en Geheugen, in het bijzonder ook van het Museum voor

Toegepaste Divergentie, met haar speel-, kijk-, droom-, denk- en werktuigen. 

* niet zonder de nodige en bijbehorende humor

 

verschilligheid -

Verschilligheid en samenspraak.

Verschilligheid toont en benoemt verschillen. En verschilligheid voorgesteld als

het (in samenhang) als-rijkheid-waarderen van verschillen en ongelijkvormigheid.

Analogie voorgesteld als het benoemen van overeenkomsten.

Verschilligheid en analogie zorgen voor samenspraak tussen de werktuigen van het Museum

voor Toegepaste Divergentie. Ook zorgen verschilligheid en analogie voor samenspraak

in het natuurhistorisch prentenkabinet van het Museum voor Toegepaste Divergentie..

Samenspraak is een kenmerk van het verschijnsel Toegepaste Divergentie

(zie Toegepaste Divergentie).

 

verstrijkwerken -

Tuigen gemaakt van uurwerkonderdelen; het gaande werk met de slinger.

Deze tuigen tonen niet de uren van de dag, het tijdstip van het moment.

Zij laten zien dat de tijd verstrijkt !

 

vinden -

                                                                …immers,

                                                                  het is met moeite

                                                                  dat we de dingen vinden

                                                                  die voor ons liggen
- zie bukken

Natuuronderzoeker Stephen Hales zei;

   'Hardly do we guess aright at the things that are upon earth, and with labour do we find the things that are before us'.

 

de Vindtermen en de vindtermen -                                                                                                                                               

De Vindtermen zijn de noemers en trefwoorden waaronder de aandachtsgebieden van Museum Droom en Geheugen

te vinden zijn. Het bereik van het Droom-en-Geheugenconcept is groot, té groot;

de Vindtermen zijn gebracht onder 40 voor-beeldende Luiken.

In het Onderzoek-in-Velden-of-Wegen is er sprake van ‘de vindtermen’. Het in dit onderzoek gebruikte

vindtermenlijstje geeft aan waar de ideale zandkorrel aan zal voldoen. Vindtermen van dit lijstje spreken

bijvoorbeeld over een zekere driehoekigheid en mogelijke breukvlakken. Naast de vindtermen vormen,

voor het onderzoek, ook eigenaardigheden van geologische en geo- en topografische aard de kwestie;

het vraagstuk van het korrelzoeken.

- zie korrelbeeldkijken, Onderzoek-in-Velden-of-Wegen

 

voetnoot -

In de marge.

Edo Hebinck vindt niet-roemruchte levensberichten.

Hij komt deze culturele getuigenissen ergens, in de marge op het spoor.

Marginale (gemarginaliseerde) culturele getuigenissen krijgen, in het Museum,

niet slechts een ondergeschikte plaats toebedeeld.

Als de archief- en museumbouwer een onderwerp aan de orde stelt

is de voetnoot-in-de-marge een essentieel onderdeel van de uitwerking

van het onderwerp. Voetnoten kunnen kleine schatten bevatten, ergens,

in de marge.

 

voetvond -

- zie bukken en Depot Scherven en Brokstukken

 

                                                                  Iets, naderbij

                                                                  gekomen.

                                                                  Iets,

                                                                  gevonden

                                                                  bij de voet.

 

Volapük -

- zie Esperanto en Volapük

 

volledigheid -

Vol-ledigheid geeft een uiteindelijke toestand aan, waaraan niets ontbreekt en waarin niets vergeten is.

Volledigheid als toestand waaraan niets ontbreekt en waarin niets vergeten wordt, is volgens Museum Droom en Geheugen

een onvindbare, een onwaarschijnlijke staat. Het Museum is een museum van verbeelding; het ontbrekende, het afwezige of

nog-niet-aanwezige zijn uitdrukkelijk uitgenodigd mee te spreken en te spelen (zie verbeeldingskracht).

Voor Museum Droom en Geheugen is onvol-ledigheid een soort dynamische toestand en een leven-beschrijvend gebeuren.

Het Museum schildert ’n wereld * van ’t realiseren, 'n wereld noodzakelijkerwijs onvolledig. Zij werkt met fragmenten, noodzakelijk-

fragmentarische, niet-volledige deeltjes-van-leven. De fragmenten, de museumstukken hebben te maken gehad met vergeten, verloren

gaan, verloren laten-gaan, met verloren doen-gaan; naar het schijnt de gewone gang-van-leven, van de maaksels, de dingen

van mensen, van de dingen-van-mensen-berichtend

(zie het vergeten).

 *  ↔  dé wereld van het realiseren

 

voorwerpelijke vertelling -

In een voorwerpelijke vertelling dragen de voorwerpen,

onder meer werktuigen, foto's, geschriften en drukwerken,

zelfstandig bij aan de uitwerking van het onderwerp van de vertelling.

Een voorwerpelijke vertelling,

gebracht en neergezet  

als ruimtelijk, voorwerpelijk leesstuk.

- zie museuminstallatie

 

waarnemen -

- zie poëtisch natuuronderzoek 

 

wereldhulptaal -

- zie Esperanto en Volapük

 

werk-maken -

Een verschijnsel dat in het archief en het depot van Museum Droom en Geheugen van nature voor komt;

mensen maken werk van hun gebied van aandacht.

Persoonlijke, voorwerpelijke getuigenissen van dit werk-maken zijn in het Museum Droom en Geheugen

terechtgekomen.

 

werktuig -

- zie de menselijke maat en het werktuig

 

werkwoorden -

De inzet van Museum Droom en Geheugen laat zich omschrijven met de werk-woorden

willen, maken, realiseren, scheppen en herscheppen.

- Zonder willen beginnen de andere woorden niets.

- Het werkwoord maken is verbonden met eigenhandig, handgemaakte museumstukken.

  Het Museum heeft handgeschreven en getypte reisverslagen in haar collectie. Daarin wordt

  gesproken van het maken van een reis; de reis als maakproces.

  Maken * kan iets doen-zijn dat er (zo) nog niet was.

- Het Museum kent maken als realiseren; bijvoorbeeld van een droom. Het Museum kent realiseren

  als mentaal (te-binnen-brengen) en als fysiek (tot-stand-brengen) gebeuren.

- Scheppen maakt eveneens deel uit van het werkgebied van de poëet (zie poëet, poëtisch).

  Scheppen kent het vernieuwende van verbeeldingskracht.

- Herscheppen kent een relatie met geheugen (herinnering) én met vernieuwen.

  Wat herschapen wordt, toont verleden. Dat is te zien aan de werktuigen, van het Museum

  voor Toegepaste Divergentie, die gemaakt zijn van gebruiksvoorwerpen met een verleden,

  een verleden dat niet verhult wordt.

  Herscheppen; het voorwerp-met-een-verleden ontvangt een poëtisch-functionele vernieuwing.

* maken heeft in museumverband ook betrekking op de werktuigbouw en de museumbouw

 

de Woordenschatkamer -

De benaming van een museumpresentatie van Museum Droom en Geheugen over taal- en

woordvinding en taal- en woordgebruik.

 

zand, zandkorrel -

(Luik 1, de Vindtermen)

De zandkorrel; het algemeen *, onder-de-voet-gelopen, uit-de-schoen-geschudde, partikeltje;

graag ingezet bij het natuuronderzoek en de educatie van het Museum.

- zie coördinaten, korrelbeeldkijken, Onderzoek-in-Velden-of-Wegen, optisch lichaam, de Vindtermen en de vindtermen

* ogenschijnlijk algemeen, echter wereldwijd, langs rivieren en oceanen, wordt zand zeldzaam (!) 

    door menselijke bouwwoede en menselijk falen

 

zelfbouwlandje -

Wil je een landje oprichten, heb je een plek, eigen postzegels, een munt, een vlag, een taal

en een volkslied nodig. Een zelfbouwlandje waar aan deze bestanddelen, met meer of minder

succes gewerkt is, is Amikejo. Hier volgt zijn geschiedenis.

Na de val van Napoleon werden, tijdens het congres van Wenen (1815), de grenzen van de landen

in Europa opnieuw bepaald. Ook de grenzen tussen Pruisen en het Koninkrijk de Nederlanden.

Over het gebied onder Vaals, in de buurt van Kelmis, konden de landen niet tot overeenstemming

komen. Beide landen gunden elkaar de zinkmijn, die bij Kelmis lag, niet. In 1816 kwam het tot het

Akens Grensverdrag. Hierin werd bepaald dat het gebied langs de grens, de Maire Moresnet, een

neutrale status en de naam Neutraal Moresnet zou krijgen. Het plaatsje Moresnet kwam bij de

Nederlanden, het huidige Neu-Moresnet kwam als Pruisisch Moresnet bij Pruisen. Kelmis, met de

zinkmijn (Altenberg of Vieille Montagne), lag daar tussenin.

Na 1830, met het ontstaan van België, kwam Moresnet in België te liggen. Vanaf toen kende

Vaals een vierlandenpunt.

 

In 1863 vestigde Wilhelm Molly (1838-1919) zich als huisarts in Pruisisch Moresnet. Later werkte

hij als arts bij de zinkmijn en werd erg populair bij de bevolking. Dr. Molly was oprichter van de

Kelmiser Verkehrs Anstalt. De postzegels die deze vereniging 5 oktober 1886 uit ging geven,

wijzen op het onafhankelijkheidsstreven wat leefde in Neutraal Moresnet en bij dr. Molly in het

bijzonder. De 'buitenlandse' commissarissen, die Neutraal Moresnet gezamenlijk bestuurden,

staken daar een stokje voor. De postzegels werden 19 oktober 1886  ‘Ausser Cours gesetzt’.

In 1906 legde Wilhelm Molly contact met de Franse professor Gustave Roy. Beide waren

enthousiaste Esperantisten. Zij droomden ervan een Esperantostaat te vestigen in Neutraal

Moresnet; de droom dat Esperanto, de neutrale hulptaal, gesproken zou worden in het neutrale

zelfbouwlandje !

In 1908 werd in het lokaal van de schutterij een manifestatie georganiseerd waarbij de mijnwerkers-

harmonie de Amikejomars speelde. Kranten melden nadien de oprichting van Esperantostaat

Amikejo. Het Esperantowoord Amikejo bekent zoveel als plek van vriendschap.

Echter raakte de zinkmijn uitgeput, dr.Molly stierf en Neutraal Moresnet verloor in 1919 zijn

neutrale status  met het Verdrag van Versailles. Vaals lag vanaf toen (weer) aan een drielandenpunt.

- zie dr.Molly

 

Zeppelin

de Zeppelin -

De wereldreis van het luchtschip Graf Zeppelin, in 1928, sprak veel mensen tot de verbeelding.

Groot was het enthousiasme toen de Graf Zeppelin in 1929 en 1932 Nederland * bezocht.

Mensen klommen op daken om de Zeppelin goed te zien en pleinen zagen zwart van de zwaaiende

mensen. In het Zeppelinarchief van Museum Droom en Geheugen bevindt zich van dit enthousiasme

vele getuigenissen;

tijdschriften, kranten, knipselverzamelingen, brieven, fotokaarten, een 78-toerenplaat en vele kiekjes.

- zie pagina afbeeldingen

*  'die Hollandfahrt'